Vandaag hadden de knappe Spanjaard en ik weer wedstrijd bij Mariënweide. Relatief vroeg, wat mijn vader deed besluiten om mee te gaan.
Nu zal ik voor jullie even schetsen wat dat inhoud. Mijn vader, de paarden goeroe (not), mee op wedstrijd. Iemand die dus helemaal niks van paarden afweet en vraagt of elk wit paard mijn paard is. En na 4 jaar nog steeds carpaccio zegt in plaats van Cartujano. Maar mij hoor je niet klagen, ik vond het wel gezellig.
Zo kwamen wij op een mooie 8.15 aan op stal en troffen daar een schimmel aan verkleed als varken. ‘Dat wordt dus wassen. Snel hup hup’ Ja papa.
- Side note: Mijn vader krijgt stalen zenuwen als er ook maar enig teken is van vertraging.
- Side to side note: Mijn vader krijgt ook stalen zenuwen van welk paard dan ook.
Zo had ik Cartujano verplaatst naar de was plaats en wachtte ik op het water om warm te worden. Dat was natuurlijk allemaal maar gek. Nou blijft Cartujano écht niet stilstaan als het water niet warm is. Wat ik overigens echt prima begrijpen kan. Dus wij even wachten en daarna Cartujano helemaal nat maken. Goed over de poep vlekken. Denk dat iedereen die wel eens een paardvarken wast wel ongeveer weet hoe en wat. Maar toen ik de shampoo pakte moest mijn vader toch even vragen of dat nog wel nodig was. Hij vond hem al schoon zat. Nee papa.. nee echt niet.
Maar nadat je dan gewassen heb en papa dan lief een fleecedeken op wilde leggen. Misschien kan je het al raden? Verkeerd om natuurlijk. Maakt niet uit, voor alles een eerste keer. Gelukkig kan Cartujano ook wel eens geduld hebben en kon dat goed gelegd worden. Daarna mochten de vlechten eruit en de hengsten vlecht erin. Wat natuurlijk een hoop gedoe was. Was dat nou wel nodig. Knip het af. Ect ect.
Maar daarna de voorpluk! Dat was helemaal overbodig natuurlijk. Óók nog eens met naald en draad?! Snel afronden en hup de auto in.
Mijn vader, de paardengoeroe, kon met zijn speciale krachten Cartujano de wagen opkrijgen. Wat al een hele overwinning voor hem was.
Eenmaal op wedstrijd steeg de temperatuur best snel. Toch kozen Juke en ik allebei om ons jasje aan te doen. Oja, Juke mocht ook weer op wedstrijd met Gwen. De haf van de moeder van Fabienne. Snappen jullie het nog? Juke mocht eerst en daarna was ik. Ik had dan ook dezelfde voorlezer als Juke.
Mijn doel voor deze wedstrijd was minder chaotisch, beter voorbereiden op de overgangen. Daar was winst te behalen.
Zo gezegd zo gedaan. Maar halverwege de proef bleef mijn lezer hetzelfde stukje maar herhalen, ook toen ik er voorbij was. Ik wist dat ik daarna naar galop moest, maar niet waar. Dus ik riep: en nu? Toen waren wij het even kwijt, uit de concentratie. De tweede ging alweer een stukje beter.
Dat zag je ook met de protocollen. 168 en 183.5 hadden wij gereden. Ondanks onderbreking in de concentratie en een centje dat op was hadden wij toch nog een puntje gesprokkeld. De jury met 183.5 had onderaan het protocol nog wat geschreven. ‘Leuke combinatie. Probeer meer rust en ontspanning in de proef te krijgen.’
Op naar de volgende wedstrijd. De volgende keer veranderen de proeven ook weer. Misschien dat dat ook wel een positieve verandering is!
~ L2 +8