Happy new year

Morgen is het 2018. Ik probeer er nooit echt aan te denken. Een nieuw jaar. Dat is toch niet zo bijzonder? Toch betrapt ik mijzelf erop, dat ik het ergens wel bijzonder vind. Een bijzonder emotioneel moment.

Overal op Facebook verschijnen berichten over hoe het jaar van anderen is geweest. Voorgaande jaren had ik dat ook gedaan. Telkens eindigend met dit jaar wordt mijn jaar. Maar klopte dat wel? Het was niet mijn jaar, net zoals … Tenminste zo voelde het niet.

Het niet kunnen bereiken van mijn doelen, die voor andere te simpel voor woorden zijn, maar voor mij niet. Het einde van het jaar brengt tegen mijn zin in altijd wat emotie met zich mee. Weer een jaar voorbij. Wat heb ik nou eigenlijk gedaan?

Dit jaar had ik een ander stuk neergezet op mijn Facebook. Dit einde en morgen het begin, voelt anders. Ik heb voor mijn gevoel een periode afgesloten en kan eindelijk een beetje vooruit kijken. Voor zolang heb ik geprobeerd om vooruit te kijken, maar werd telkens met een lasso terug getrokken. Gedwongen om stappen te maken op de plek waar ik daarvoor ook al stond.

Hieronder het Facebook bericht.

From rock bottom to I dare you,

Meestal plaats ik zo aan het einde van het jaar een beetje een jaar overzicht. Let’s try something else. Dit is mijn verhaal. Of, een andere versie ?

Zoals de meeste wel weten ondertussen is er jaren geleden Lyme bij mij geconstateerd. Zoals je misschien heb kunnen lezen van mijn updates die ik plaats daarover was en is dat geen feest.

Van vol in het leven staan met plannen voor je toekomst, veranderd naar een diep duister gat. Met de vraag: wordt dit ooit nog wat?

Op de bank zittend, naar adem te happen als een vis op het droge. Geen idee dat er tegen jou aan gepraat wordt. Uren of minuten slapen. Altijd doodop. Sociale isolatie. Ik kan de tv niet meer zien. Wacht, ik kan het blaadje voor mij op tafel niet lezen. Word ik blind? Wat voel ik toch in mijn borstkas? Tanden op elkaar, zijn dat hartkloppingen? Al dat uitgevallen haar, wordt toch niet kaal? Ach wat maakt het uit. Handen op mijn oren, moet alles zo hard?
Zo veel pijn hebben en telkens denken, maar erger dan dit zal het niet worden toch? Tot. Tot het moment dat je daar zit, in die put. Je geen idee meer heb van wat er om je heen gebeurd. Wat wilde ik zeggen? Zei ik wat? Moeite met praten. Ken ik diegene dan? Waar hebben ze het over? Nog meer isolatie. Wat gaat dat lopen moeilijk, zitten is beter. Pff ik wordt stijf. Kan mijn nek niet meer bewegen. Volgens mij is mijn rug stuk. Wie heeft er met een hamer op mijn handen geslagen? Wie heeft er een mes in mijn knie gezet? Kon ik daar kramp hebben? Pff geef je over aan de pijn.
Pijn, hoeveel kan jij hebben?
Ik weet niet hoe, maar ergens in diep in die put werden emoties uitgezet.

Ik zag laatst een documentaire papa: met iemand die Lyme had. Hij zat in een rolstoel. Zal dat met mij ook gebeuren?
Mijn papa zei toen: nee nooit. Jij gaat beter worden, daar gaan wij alles aan doen.
Ik denk niet dat het veel scheelde toen der tijd. Ik kon niks meer tillen. Kon eenmalig traplopen, ik moet naar de wc. Niet omvallen! Ook niet over je eigen benen. Ik kon niet meer naar het ene ding wat mijn pijn verdraagbaar maakte. Mijn paardenvriendje. Mijn Spaanse paardenvriendje. Hij verdient dit niet, moet hij dan verkocht worden? Verdriet.

Ik zie dat papa en mama het lastig vinden om mij te begrijpen. Ik bedoel het niet zo! Van binnen schreeuw ik, van buiten ben ik emotieloos. Koud. Een grote muur om mij heen, dit moet even zo. Sorry.

Iedereen gaat door met zijn leven. Ik zit hier. Binnen. Op de bank, in bed. Alleen.

Dit wil ik niet!

Beetje bij beetje, met medicatie van alle kanten kon ik wat. Ik kon naar mijn paardenkind. Gelukkig heb ik een topper die mij heeft geholpen in deze periode. Als je dit leest. I know, you know.
Een periode later, zelf een zadel erop leggen. Waarom werkt dat verrekte lijf niet mee. Geen controle. Frustratie met en over mijzelf.

Door al het andere verloren te hebben kwam ik erachter hoe bijzonder mijn Flapsa was. Hij was mijn steunpilaar. Hij had geen oordeel. Nadat de behandeling volgde, groeide wij alleen maar dichter naar elkaar. Ik vond mijn drang naar beter worden terug, ik vond plezier terug in de paarden. Of.. in het leven?
Beetje bij beetje werd ik sterker. Ik kwam erachter dat wij wel wat konden samen. Ondanks de pijn die ik had met rijden, wij konden dit. Voldoening.

De waas van leven in een droom of nouja nachtmerrie. Werd minder. Ik kon gaan nadenken over de toekomst. Mijn toekomst. Terug studeren kon niet, nog niet. Ik wist niet eens hoe ik bij mijn oom moest komen. Die woont toch echt al mijn hele leven in hetzelfde huis. Nog geen 5 minuten van ons.
Een eigen paardenkliniek, of een eigen paardenstal met gedeelte revalidatie. Is iets wat ik wilde vanaf het begin. Maar lichamelijk zwaar werk verrichten kon ik niet. Wat dan als we het anders doen?

Mijn drift om dingen te regelen, om dingen te onderzoeken werd groter en groter. Telkens de vraag stellen, hoe zou je dit anders kunnen doen? Hoe kan dit nog beter dan het is?

Door omstandigheden in ons leven konden wij verder kijken. Wat nou als ik eerst zelf ga rijden, kijken hoe ver ik kom? Als ik ervoor ga, ga ik voor het hoogste niveau. Dat was mijn doel. Voor minder doe ik het niet. Tot het uiterste. Totdat wij een eigen locatie hadden om ons bedrijf te vestigen ga ik mij focussen op beter worden. Little did I know. Dat deze keuze mijn eigen revalidatie werd. Mijn eigen weg naar het vinden van blijdschap.

Onbedoeld rolde daar een aankoop van knappe Talisman uit. Dat grote lompe paard, hij staat toch niet te koop. Hij is wel stoer, misschien toch even proberen. Verkocht was ik. Verkocht was hij, aan mij.
Daarna, of eigenlijk daarvoor vond ik Dolár op internet. Onbereikbaar. Dat is niet iets waar ik van houd, dan maken we dat bereikbaar. Half jaar later na er 2 keer heen te zijn geweest en er kort op te hebben gezeten. Of eigenlijk daarvoor al, daar op die poetsplaats, was ook hij verkocht. Aan mij.

En zo begon mijn paarden avontuur, met 3 toppers. Ik ga hiervoor! Dat dacht mijn kop, mijn lijf daarentegen stond vol in de ankers. Dit doen wij niet. Niet zonder strijd.

De afgelopen periode ben ik mensen tegengekomen die mij wijs hebben gemaakt dat het onmogelijk is wat ik wil. Dat ik het niet kan. Dat als ik niet doe zoals gezegd werd ik niet in de paardenwereld thuis hoor. Dat als ik niet volgens de regels praat en doe ik fout bezig ben. Jij een mening? Dat bestaat niet. Wie denk jij dat je bent. Met jou wordt het nooit wat. Jij kan dit niet.

Meerdere malen is dat woord gevallen. Onmogelijk.
Het is onmogelijk om naar een mbo/havo klas te gaan.
Het is onmogelijk om je havo te halen.
Het is onmogelijk dat dit iets wordt.

Onmogelijk bestaat niet in mijn ogen.

Sinds een maand of 2 merk ik eindelijk dat ik echt vooruit ga. Ik ging al een tijdje vooruit, maar alles wat ik meer kon doen deed ik. Waardoor dat nooit zo voelde. Mijn zicht werd beter, ik kon de bladeren aan de bomen weer zien. De grassprietjes langs de weg mee bewegen met de wind. Man wat is het mooi buiten. Niet meer overgeven met bukken. Geen kramp meer in de ochtend. De pijn in mijn lijf werd milder. Het schiet niet meer in mijn rug en mijn onderste rib is ook al een tijdje braaf. Mijn ouders waren mijn meettabel. Zijn mijn meettabel. Zijn mijn cement. Want verder dan hier vallen. Doe je niet. Heb je die pillen wel genomen? Oh… ja? Nee.. nu wel!

Ik vond een plek waar ik gerespecteerd werd, waar mijn dromen gerespecteerd werden, waar mijn zorgen uitgesproken konden worden. Iedereen is gelijk. Of je op een ezel zit of op een gouden zeepaardje. Ga jij nog op wedstrijd? Succes! Plezier!

Nog niet zo heel lang geleden zat ik in de auto. Met jou, als je dit leest. Huilend. Het gaat niet. Ik gaf toe dat ik mijn Talisman eng vond. Verdomme. Stom mens. Wat is dit voor laffe zooi.
Als je gevoel zegt niet doen, dan moet je misschien toch nadenken over verkoop?
Vroeg je nog.
Maar als je er voor kiest wel te gaan, moet je alles geven.
Tranen. Mijn Talisman, verkopen? Misselijk van mijzelf. Dit kan toch niet, zo ben ik niet. Zo ben ik ook niet opgevoed. Kop omhoog. Schop onder je hol. Want ik kan dit wel!
Tranen gedroogd en flink wat vervloekt over mijzelf dat ik zo kon denken.

Daar sta je dan op stal. Ondeugend te kijken. Ja jij daar. Een groot stoer paard, bleek een heel klein hartje te hebben. Ik ga jou niet opgeven. Wij gaan dit verdorie laten werken.
Ik zadel je op, met trillende benen stap ik op. Adem halen. Anders val je er zo nog vanaf, maar niet door hem. Je staat op scherp. Een periode van rijden met steun en toeverlaat in de baan. Ja jij, als je dit leest. Konden wij als ik geconcentreerd was, alles.
Maar… nu dan alleen. Dat is andere koek.
Iemand zet de kraan aan en je bent weg. Stinkerd. Jij op scherp, ik op scherp.
Beetje bij beetje leren we elkaar eindelijk beter kennen na al die tijd. Samen uit onze comfort zone. Samen uit onze bubbel.

Zelf opstappen, met trillende benen. Was de beste beslissing ooit. Binnen een maand zijn we zo naar elkaar toe gekomen dat we alles zelf doen. Opstappen, deuren open en dicht maken. Buiten over het terrein. We zouden zelfs op wedstrijd gaan. Wie had dat gedacht?
Nouja beetje jammer van die sneeuw. Geen risico. We gaan niet. Jij bent mij teveel waard.

Dan mijn Prins Charming, mijn pratende paard. De lolbroek. Jij gaat hem niet kunnen rijden. Werd er gezegd. Het is beter als ik hem rijd.
Misschien moet je hem toch maar verkopen. Dat is echt beter!
Man man man, wat zaten jullie er toch naast. Mijn prins charming verkopen, geen haar op mijn hoofd die daaraan denkt. De liefde voor dit dier zit diep. Vanaf de eerste aanraking, vanaf de eerste hinnik.
Weer die woorden, het wordt nooit wat.

Het jammere is voor jullie dat als ik op die lolbroek zit ik het gevoel heb alsof we de wereld aan kunnen. Jonge merrie in de bak? So what? Vreemd paard erbij? Meh. Zadelmak paard dat schrikt? Who cares? Wij, jij en ik samen aan het werk.
Wat nou lastig paard. Mijn vriendje, hij spreekt alleen soms een andere taal. Het is niet mijn schuld dat hij geen Nederlands spreekt. Opzoek naar een taal die we allebei spreken. Wat nou als ik dit doe? Oh dan reageer jij zo. En dit dan? Aha. Vertaling van de eeuw. Jij en ik, tegen de wereld. Nouja buiten die lichtstrook daar op de grond na. Die was wel echt eng.

2017 en alles daarvoor, heeft mij veel gebracht. Ik weet aan wie ik wat heb. Ik weet hoeveel een mens kan hebben. Ik heb veel geleerd in positieve zin en negatieve zin, wat ik wil en wat ik niet wil. Maar toch ga ik het zeggen. Cliché. Ik hoop dan dat 2018 toch mijn jaar wordt.

2018,
Ik heb grote dromen, maar voor dit jaar een paar doelen. Zelf sterker worden. Er zijn voor de mensen die er waren. Mijn Flapsa verder uitbrengen in de sport tot Z. Met Talis op wedstrijd, doel?
Ademhalen. Daarna? Sky is the limit.
Pollie zijn taal omstellen naar het Nederlands. We zijn al ver, maar nog niet ver genoeg. Mijzelf blijven duwen tot het uiterste.

Maar vooral wil ik meegeven, aan iedereen die dit gelezen heeft of niet. Dan nog steeds. No hard feelings.

Ik wens jou, jou familie en iedereen om jou heen een goede gezondheid.
Wees lief tegen elkaar. Kijk om je heen, diegene in nood voor een schouder om op te steunen kan naast je staan. Help elkaar. Vraag om hulp.

Laat niemand je vertellen dat je niet iets kan,
Laat niemand je vertellen dat het onmogelijk is,

I dare you!🍀

Want ik geloof in jou.

Happy new year